Ik geloof enorm in de kracht van verhalen – van iets delen over jezelf. Dat wat jou typeert, waar je warm voor loopt, waar je vandaan komt. Op deze plek lees je een stuk van mijn verhaal.

Dammetjes bouwen

Het begint in 1984 in een Leiderdorps gezin met een roomwitte Lada voor de deur. Mijn moeder werkt in de kinderopvang, mijn vader bij de Luchtmacht. ’s Zomers zeilen we over het IJsselmeer of bouw ik met mijn broer dammetjes in Engelse beekjes.

Werkbank met gereedschap

Ik krijg het vertrouwen mee dat je alles zelf kunt realiseren en creëren, vooral op praktisch gebied. Een werkbank met gereedschap staat nog net niet in de woonkamer bij de familie Kobus. Herkomst is ook belangrijk, verschillende generaties werken aan onze stamboom. Jan Martinus Kobus, een schoolhoofd met grijze baard en bruine hoed, is mijn bet-overgrootvader. Hij kijkt over mijn linkerschouder mee als ik aan het schrijven ben.

Juf Audrey

Mijn verhaal gaat zeker ook langs de bibliotheek, waar ik oneindig veel boeken lees. In groep vier schrijf ik verhaaltjes, die juf Audrey mee naar huis neemt om aan haar eigen dochters voor te lezen. Ik zie een creatief kind, een wijs kind dat vragen stelt en graag met volwassenen praat.

Overlijdensberichten

De pagina met overlijdensberichten in de NRC lees ik als kind minitieus door. Mooie zinnetjes schrijf ik over en ik lees wie er genoemd worden: de weduwe of weduwnaar, wel of geen kinderen, soms een hond. Kinderen met een kruisje achter de naam, kinderen die als enige van het gezin zonder partner genoemd staan.

Soms lees ik tussen de regels door in welke vorm de dood zich heeft laten zien. Die van de plotseling, te vroeg. Of die van de noodlottig, ook te vroeg. Rustig heengegaan klinkt bijna aangenaam. Maar voelt misschien toch ook te vroeg. Gisteren nog gebeld, en ineens is ie er niet meer…

Niemand die mij er ooit nog van kan weerhouden

Op het VWO breekt de tijd aan van uitgaan, ontdekken en opbotsen tegen de liefdevolle grenzen van de opvoeding. Het eindelijk kunnen afschudden van een langdurige en beklemmende vriendschap geeft weer ruimte voor mijn eigen mening en mijn eigen smaak. Voor mijn verhaal. En geloof me – er is hierna niemand die mij er ooit nog van kan weerhouden om mijn eigen verhaal te vertellen.

Ogen in mijn achterhoofd

Een prominente plek is er voor mijn tijd in de horeca. Ogen in mijn achterhoofd, een grapje hier, een praatje daar. Zien wat er moet gebeuren, snel schakelen, souplesse. Ik leer en ik floreer. In iedere tafel zie ik een klein verhaaltje, waar ik met een paar vragen nog meer kleur aan geef. En het ook onthoudt, voor als ze nog eens terugkomen.

Kwartiermaker

Dan komen na mijn studie Facility Management de hoofdstukken met de eerste baan, en de tweede en de derde en… Inmiddels weet ik dat ik het type kwartiermaker ben. Vlot analyseren wat er moet gebeuren, een plan maken, gas geven, goed sturen – en dan afgelost worden door de tweede stuurman. Zodat ik het volgende schip op koers kan leggen.

‘Dat heeft nog nooit iemand aan me gevraagd’

In de tijd dat een familieopstelling nog niet naast de hagelslag in het schap staat, sta ik er al in. Ik ben begin twintig en omarm door vele vormen van persoonlijke ontwikkeling langzaamaan meer diepte en eigenheid in mijn praktische, planmatige en rationele verhaal.

Ik leer mezelf steeds beter kennen en ga daardoor ook door een andere bril naar mensen kijken. Het levert nog meer vragen op, waar mensen ook maar op blijven antwoorden. ‘Goh, dat heeft echt nog nooit iemand aan me gevraagd’.

De dood fascineert en ik mijmer als twintiger over het vak van uitvaartbegeleider. Het afstemmen op de ander, warm contact, het belang van een goed afscheid – het houdt me bezig.

Ik wil het allemaal horen

Uit de liefde met Johan groeien onze dierbare kinderen: Phileine, Melle en Benjamin. Ik maak veel tijd voor ze en schroef mijn werk als projectmanager en HR Manager uiteindelijk terug naar twee dagen per week.

Deze drie hebben mij zoveel te vertellen, ik wil het allemaal horen.

De voeding van het leven

Mijn verhaal. We zijn aangekomen bij het gedeelte waarin ik een warm podium geef aan de levensverhalen die er te vertellen zijn. Ik luister, ik praat en ik schrijf. De zaadjes voor dit mooie werk zaten er altijd al, ze hadden de voeding van het leven nodig om tot bloei te komen. De enorme interesse in mensen, het kunnen lezen van mensen. De sterke sensor voor dat wat echt is, zonder opsmuk. Een creatief brein waar de mooiste zinnetjes uit komen, een talent voor het verwoorden van de essentie.

Onkruid wieden

Als ik niet schrijf, bekijk ik graag kunst en antiek. Of, iets minder hoogdravend, wied ik onkruid. Lekker met vieze voeten in het gras en dat dat stengeltje dan toch net boven de wortel afbreekt…

Het leven is een aaneenschakeling van kleine alinea’s en grote hoofdstukken. Van onkruid tot museumstuk. Ik gun iedereen het vertellen van zijn of haar verhaal.

Ik ben Susanne Kobus – de ambassadeur van jouw verhaal.

 

Dit is mijn verhaal. Wat is het jouwe?