Restaurant de Gaanderij – Elles Bemelman vijfentwintig jaar aan het roer
‘Kijk, wij hebben de mooiste tafel van de stad’ zegt Elles Bemelman en ze wijst naar een prachtig plekje aan het raam op de eerste verdieping. Uitzicht op de Nieuwstraat, vlakbij de Hooglandse kerk. Hier zit je écht in de oude binnenstad van Leiden, in een monumentaal pand uit 1558 wat samen met de aangrenzende panden onderdeel was van distilleerderij ‘De drie boompjes’: hier werd de beroemde Steffelaar jenever gebrouwen.
Huiskamer
Elles loopt door de Gaanderij alsof het haar eigen huiskamer is. Ze kent ieder hoekje, weet welke traptrede kraakt en als ze haar ogen dicht doet ziet ze de vaste gasten op hun vertrouwde plek zitten. Elles krijgt energie van mensen, van al die mensen die in haar restaurant komen eten. Al vijfentwintig jaar staat ze aan het roer en nog altijd voelt een avond werken bijna als haar eigen verjaardag: mensen ontvangen en een leuke avond bezorgen.
Wat ruikt het hier toch lekker!
Hier staat een horecavrouw in hart en nieren. Opgegroeid in Leiden als dochter van een groenteboer en vanaf haar twaalfde wordt ze meegenomen naar de restaurants waar hij groente aflevert – zo ook de Haagse Schouw. Al haar zintuigen worden geprikkeld: het ruikt er naar heerlijke kruiden die haar moeder thuis niet gebruikt, ze proeft er haar eerste slak met knoflookboter en aan ‘de koude kant’ helpt ze weleens met het maken van een Dame Blanche of ijscoupe met vruchtjes. De bediening draagt een zwarte kokerrokje met witte blouse en een kanten schortje met zo’n vakje – dat wil Elles later ook.
Na haar horecaopleiding werkt ze in bekende restaurants in Leiden en omstreken, zoals de Beukenhof en Oudt Leyden. Beide restaurants hebben op dat moment een Michelinster en Elles leert er ontzettend veel. Uiteindelijke gaat haar hart toch uit naar een ander soort restaurant, al blijven prachtige zilveren schalen altijd tot de verbeelding spreken.
Harry de keuken, Elles het restaurant
In 1998 ontmoet ze Harry en de liefde bloeit direct op. Harry is chef-kok bij de Gaanderij en een jaar later krijgt het stel de mogelijkheid om eigenaar te worden van het restaurant. Het besluit is gauw genomen, dit willen ze heel graag samen gaan doen! Harry draait de keuken, Elles het restaurant. Ze zijn een topteam en het gezin wordt ook nog uitgebreid met drie leuke kinderen: Bregje, Boris en Tobias. Echter, als de oudste veertien is wordt Harry helaas ziek en twee jaar later overlijdt hij.
‘Een mens kan veel hebben’
Het verdriet is groot, maar Elles blijft op de been met enorm veel hulp van lieve mensen om haar heen. Ook het vertrouwen wat Harry altijd in haar had is een belangrijke drijfveer en ze blijft de Gaanderij runnen. Terugkijkend zegt ze ‘het was soms loodzwaar, maar een mens kan veel hebben’.
Elles weet – zonder een goed team ben je nergens in de horeca en daar is ze dan ook enorm dankbaar voor. Toen en nu. Haar vaste chef zorgt heel goed voor zijn team en haalt regelmatig de kastanjes voor haar uit het vuur. Als het laatste bord de keuken verlaat gaat daar de muziek aan en ook tijdens de drie oktober vieringen werken ze met plezier: ieder jaar weer zorgt de keukenbrigade voor enorme pannen met hutspot, klapstuk en worst en zijn alle tafels bezet. Zoon Boris werkt inmiddels ook in de keuken, met veel plezier staat hij regelmatig op de plek van vader Harry.
Onze ambassadeurs
Op 1 november 2024 schrijven we vijfentwintig jaar eigenaarschap. Elles straalt een enorme positiviteit uit en geniet van haar zaak en het topteam waar ze mee werkt. Van de verhalen die mensen haar aan tafel toevertrouwen, van nieuwe gezichten en oude bekenden. Achter de bar hangen foto’s van vaste gasten, van ‘onze ambassadeurs’. Zo zien we bijvoorbeeld meneer Robbers, jarenlang komt hij maar liefst drie keer per week eten, altijd aan dezelfde tafel. En dan Hans, die elke dag na zijn werk een glaasje Korenwijn komt drinken. Deze mannen leven helaas niet meer, maar horen toch nog steeds bij het meubilair.
De Gaanderij is een plek waar je nog voor een vriendelijke prijs kunt eten, waar je omarmt wordt door het Leiden van de zeventiende eeuw en waar de Bourgondiërs onder ons zich thuis zullen voelen.
Geschreven door Susanne Kobus
10 januari 2024